Vorige week schikten Visa en Mastercard hun antitrustzaak in de VS voor een record van 4,15 miljard euro. Ondertussen dreigt het Europees parlement maatregelen te schrappen die de concurrentie tussen de betaalkaarten moeten verscherpen. “De kosten voor de handelaar zullen hoog oplopen”, waarschuwt Dominique Michel van de distributeursorganisatie Comeos.
In juli publiceerde de Europese Commissie haar ontwerpverordening
over de interbancaire vergoedingen voor betalingen met kaarten. Sommige
van haar voorstellen waren revolutionair. Ze lagen in de lijn van wat
handelaren en consumentenorganisaties en aanbieders van alternatieve
betalingskaarten zoals Payfair al jaren vroegen.
Dat voorstel is ondertussen in behandeling bij de commissie Economie
van het Europees parlement. De auteur van het parlementaire
tegenvoorstel is Pablo Zalba Bidegain van de Spaanse
Partido Popular uit de EVP-fractie. Zalba, een bedrijfsdeskundige die
jarenlang in marketingposities zat bij de constructie-divisie van
ArcelorMittal en bij enkele Spaanse machinebouwers, veegt nu de meest
ingrijpende maatregelen van de Europese Commissie onder tafel.
Handelaar kan geen kaarten weigeren
De Commissie wou komaf maken met de “Honour All Cards Rules”, de
bepaling om alle kaarten te honoreren, die sommige betaalsystemen
opleggen. “Dat soort contractuele regels verplicht de handelaar alle
types kaarten van een financiële instelling te aanvaarden, ook al is dat
een dure Platinum kaart. Met de sterke positie van Bancontact/Mister
Cash zijn we in België daartegen vandaag nog enigszins beschermd. Als
morgen theoretisch iedereen met iedereen zal concurreren, zal dat
actueel worden", waarschuwt gedelegeerd bestuurder Dominique Michel van Comeos.
Volgens de Commissie kan een betalingstransactie voor de handelaar 25
keer duurder zijn met een ‘premium’ kredietkaart, vergeleken met een
goedkope debetkaart. Zalba daarentegen argumenteert dat de consument
onzeker zal worden en meer cash gebruiken als de kans bestaat dat de
handelaar zijn kaart niet aanvaardt.
Merkencontrole blijft
In haar ontwerpverordening verbiedt de Commissie ook contractuele
bepalingen die ‘co-badging’ belemmeren. Daarmee wil ze de banken de
vrijheid geven om meerdere merken en toepassingen op één kaart of
apparaat te zetten, zodat de consument de betalingswijze kan kiezen die
hem het best uitkomt. Zalba argumenteert hier dat de Commissie
interfereert in de vrije productmarketing van de betaalsystemen. “Dat ze
zouden gedwongen worden om hun merk te laten associëren met
concurrerende merken of met merken met een twijfelachtige reputatie
zonder hun uitdrukkelijke toestemming, is onbegrijpelijk", noteert Zalba
in zijn toelichting. Volgens Comeos betekent dit echter dat de banken
automatisch de betaalwijze kunnen kiezen die hén het meest opbrengt.
Hogere vergoedingen
Met een paar woordjes verhoogt Zalba ook het plafond op de
vergoedingen die de betaalsystemen mogen vragen aan de handelaren. In
het voorstel van de Commissie, dat na lang getouwtrek met Visa en
MasterCard tot stand is gekomen, zijn die beperkt tot 0,2 procent van de
transactiewaarde voor debetkaarten en tot 0,3 procent voor
kredietkaarten.
Zalba stapt af van die absolute waarden en maakt er gewogen
gemiddelden van “om te kunnen differentiëren tussen sectoren met
verschillende risicoprofielen”. Hij noemt de hoogte van de limieten
“compleet arbitrair” en verwijt de Commissie dat er nooit een
impactstudie over is gevoerd. Volgens Dominique Michel is de kost van
een Bancontact/MisterCash transactie nu “6 of 7 cent”, hoewel er grote
verschillen bestaan tussen wat grootwarenhuizen en kleinhandelaren
betalen. De handelaren zijn altijd al tegenstander geweest van
debetkaartvergoedingen in procenten, omdat er bij debetkaarttransacties,
die pas doorgaan als de koper voldoende geld op zijn rekening heeft,
geen kredietrisico speelt.
Laatste belangrijke punt waarop Zalba ingrijpt in het
Commissie-voorstel is in de definitie van “grensoverschrijdende
betalingstransacties”. Volgens de Commissie zijn dat alle transacties
waarin de betalingsdienstenleverancier van de betaler en van de
ontvanger in een verschillende lidstaat gevestigd zijn - of waar de
kaartuitgever uit een andere lidstaat komt dan het verkoopspunt. Zalba
wil alleen dat laatste behouden. Op die manier is de verordening niet
van toepassing op puur binnenlandse transacties. “Hij wil verhinderen
dat handelaren binnen de Europese Unie gaan shoppen naar de goedkoopste
betalingsdiensten. In zijn voorstel moeten Belgische betalingen door
Belgische kaarthouders in België worden afgehandeld", meent Dominique
Michel.
Lobbywerk
Onnodig te zeggen dat Comeos al volop aan het lobbyen is bij de
Belgische leden van de ECON-parlementscommissie om rapporteur Zalba
terug te fluiten. “Indien de voorstellen niet worden ingetrokken of
weggestemd, ziet het er somber uit voor het elektronisch betaalverkeer
in de handel”, besluit Michel. “Dit is één van de vijf meest cruciale
dossiers in onze sector. Jaren hebben we met de Europese Commissie
gevochten om een betere situatie te hebben. Je hebt dan eindelijk een
voorstel dat min of meer deftig is en dan komt die rapporteur plots met
voorstellen die niets te maken hebben met het werk van de Commissie.
Gewoonlijk neigt het parlement in de richting van de consument. Hier
gaat het helemaal de kant van de banken op".
Eén troost voor Comeos. Dezelfde parlementscommissie behandelt
momenteel ook de herziene Richtlijn Betalingsdiensten. Daar is het
Portugese EVP-lid Diogo Feio rapporteur. Hij behield de voorstellen
waarbij handelaren extra kosten mogen aanrekenen voor dure
betaalmiddelen – of korting mogen geven voor goedkope. Op die manier
krijgen de handelaren dan toch nog de kans om aan de consument duidelijk
te maken wat zijn betaalmiddel hen kost.
No hay comentarios:
Publicar un comentario