jueves, 23 de enero de 2014

Europarlement kan betaalkaarten fors duurder maken




Vorige week schikten Visa en Mastercard hun antitrustzaak in de VS voor een record van 4,15 miljard euro. Ondertussen dreigt het Europees parlement maatregelen te schrappen die de concurrentie tussen de betaalkaarten moeten verscherpen. “De kosten voor de handelaar zullen hoog oplopen”, waarschuwt Dominique Michel van de distributeursorganisatie Comeos.

In juli publiceerde de Europese Commissie haar ontwerpverordening over de interbancaire vergoedingen voor betalingen met kaarten. Sommige van haar voorstellen waren revolutionair. Ze lagen in de lijn van wat handelaren en consumentenorganisaties en aanbieders van alternatieve betalingskaarten zoals Payfair al jaren vroegen. 

Dat voorstel is ondertussen in behandeling bij de commissie Economie van het Europees parlement. De auteur van het parlementaire tegenvoorstel is Pablo Zalba Bidegain van de Spaanse Partido Popular uit de EVP-fractie. Zalba, een bedrijfsdeskundige die jarenlang in marketingposities zat bij de constructie-divisie van ArcelorMittal en bij enkele Spaanse machinebouwers, veegt nu de meest ingrijpende maatregelen van de Europese Commissie onder tafel.

Handelaar kan geen kaarten weigeren

De Commissie wou komaf maken met de “Honour All Cards Rules”, de bepaling om alle kaarten te honoreren, die sommige betaalsystemen opleggen. “Dat soort contractuele regels verplicht de handelaar alle types kaarten van een financiële instelling te aanvaarden, ook al is dat een dure Platinum kaart. Met de sterke positie van Bancontact/Mister Cash zijn we in België daartegen vandaag nog enigszins beschermd. Als morgen theoretisch iedereen met iedereen zal concurreren, zal dat actueel worden", waarschuwt gedelegeerd bestuurder Dominique Michel van Comeos. 

Volgens de Commissie kan een betalingstransactie voor de handelaar 25 keer duurder zijn met een ‘premium’ kredietkaart, vergeleken met een goedkope debetkaart. Zalba daarentegen argumenteert dat de consument onzeker zal worden en meer cash gebruiken als de kans bestaat dat de handelaar zijn kaart niet aanvaardt.

Merkencontrole blijft

In haar ontwerpverordening verbiedt de Commissie ook contractuele bepalingen die ‘co-badging’ belemmeren. Daarmee wil ze de banken de vrijheid geven om meerdere merken en toepassingen op één kaart of apparaat te zetten, zodat de consument de betalingswijze kan kiezen die hem het best uitkomt. Zalba argumenteert hier dat de Commissie interfereert in de vrije productmarketing van de betaalsystemen. “Dat ze zouden gedwongen worden om hun merk te laten associëren met concurrerende merken of met merken met een twijfelachtige reputatie zonder hun uitdrukkelijke toestemming, is onbegrijpelijk", noteert Zalba in zijn toelichting. Volgens Comeos betekent dit echter dat de banken automatisch de betaalwijze kunnen kiezen die hén het meest opbrengt.

Hogere vergoedingen

Met een paar woordjes verhoogt Zalba ook het plafond op de vergoedingen die de betaalsystemen mogen vragen aan de handelaren. In het voorstel van de Commissie, dat na lang getouwtrek met Visa en MasterCard tot stand is gekomen, zijn die beperkt tot 0,2 procent van de transactiewaarde voor debetkaarten en tot 0,3 procent voor kredietkaarten.

Zalba stapt af van die absolute waarden en maakt er gewogen gemiddelden van “om te kunnen differentiëren tussen sectoren met verschillende risicoprofielen”. Hij noemt de hoogte van de limieten “compleet arbitrair” en verwijt de Commissie dat er nooit een impactstudie over is gevoerd. Volgens Dominique Michel is de kost van een Bancontact/MisterCash transactie nu “6 of 7 cent”, hoewel er grote verschillen bestaan tussen wat grootwarenhuizen en kleinhandelaren betalen. De handelaren zijn altijd al tegenstander geweest van debetkaartvergoedingen in procenten, omdat er bij debetkaarttransacties, die pas doorgaan als de koper voldoende geld op zijn rekening heeft, geen kredietrisico speelt. 

Laatste belangrijke punt waarop Zalba ingrijpt in het Commissie-voorstel is in de definitie van “grensoverschrijdende betalingstransacties”. Volgens de Commissie zijn dat alle transacties waarin de betalingsdienstenleverancier van de betaler en van de ontvanger in een verschillende lidstaat gevestigd zijn - of waar de kaartuitgever uit een andere lidstaat komt dan het verkoopspunt. Zalba wil alleen dat laatste behouden. Op die manier is de verordening niet van toepassing op puur binnenlandse transacties. “Hij wil verhinderen dat handelaren binnen de Europese Unie gaan shoppen naar de goedkoopste betalingsdiensten. In zijn voorstel moeten Belgische betalingen door Belgische kaarthouders in België worden afgehandeld", meent Dominique Michel.

Lobbywerk

Onnodig te zeggen dat Comeos al volop aan het lobbyen is bij de Belgische leden van de ECON-parlementscommissie om rapporteur Zalba terug te fluiten. “Indien de voorstellen niet worden ingetrokken of weggestemd, ziet het er somber uit voor het elektronisch betaalverkeer in de handel”, besluit Michel. “Dit is één van de vijf meest cruciale dossiers in onze sector. Jaren hebben we met de Europese Commissie gevochten om een betere situatie te hebben. Je hebt dan eindelijk een voorstel dat min of meer deftig is en dan komt die rapporteur plots met voorstellen die niets te maken hebben met het werk van de Commissie. Gewoonlijk neigt het parlement in de richting van de consument. Hier gaat het helemaal de kant van de banken op". 

Eén troost voor Comeos. Dezelfde parlementscommissie behandelt momenteel ook de herziene Richtlijn Betalingsdiensten. Daar is het Portugese EVP-lid Diogo Feio rapporteur. Hij behield de voorstellen waarbij handelaren extra kosten mogen aanrekenen voor dure betaalmiddelen – of korting mogen geven voor goedkope. Op die manier krijgen de handelaren dan toch nog de kans om aan de consument duidelijk te maken wat zijn betaalmiddel hen kost.

No hay comentarios:

Publicar un comentario